Langs de oostelijke Cariben
Basseterre (St Kitts & Nevis), Nassau (Bahama's)
Britse, Franse, Nederlandse, Spaanse en Afrikaanse invloeden
aan azuurblauw zee.

Cruisetravel Magazine




Mijn favoriete cocktail:
Canadian Cooler
1 Shot Red Vodka
1 Shot Amaretto
3 Shots Canadian Red
2 Shots Orange Juice

Cruisend langs de Oost-Cariben
Puerto Rico, St. Kitts & Nevis, Barbados, Martinique, St. Maarten, Bahama's

Dit artikel verscheen in iets ingekorte vorm in Cruisetravel Magazine



CARIBISCHE CRUISE BRENGT REISSCHRIJVER VAKANTIE

“Op een cruiseboot? Ik dacht het toch niet. Avontuurlijke reisschrijvers zoals ik trekken door jungles, zitten in krakkemikkige lokale busjes, die varen mee op vrachtschepen, liefst nog als verstekeling”. “Je gaat ook niet als reisschrijver, je moet op vakantie” bitste mijn manager terug en daarmee was het pleit beslecht. We gaan dus naar de Cariben. Bij deze discussies trekt de manager namelijk altijd aan het langste eind, zeker als het je vrouw is.

Ontspannen start
De zwoele avondlucht van Miami Airport doet me de discussie vergeten. De hele vlucht heb ik tegen mijn lief lopen doceren over mijn vak. Over dat gevoel van ontspanning bijvoorbeeld, als je, volledig verreisd, bij nacht en ontij uiteindelijk toch een slaapplaats wist te vinden. Ze was niet onder de indruk. “Kijk, we hoeven alleen in de juiste gratis shuttlebus te stappen voor jouw ontspanningsmoment”. Met Amerikaanse efficiëntie belanden we in een comfortabel king-size hotelbed. 1-0 voor haar.

Het “Love Boat”-gevoel
Bij de eerste zonnestralen zie ik door de vitrages de contouren van wuivende palmen en wolkenkrabbers. We duiken in het zwembad, in de wetenschap dat diezelfde shuttlebusjes ons vanmiddag, wederom met Amerikaanse efficiëntie, zullen afleveren in de haven van Fort Lauterdale, bij de juiste treeplank. Daar verwacht Eva vast de kapitein boven aan een trap. Een uitzinnige menigte zal ons straks uitzwaaien. De lieftallige Judy zal een praatje met ons maken. Als mid-dertiger is haar beeld van cruises namelijk gevormd voor de TV-serie “The Loveboat”. De romantica heeft vast serpetines op zak.
De treeplank blijft echter verborgen achter een grote hal. Daarbinnen wordt met geďmproviseerde balies, schotten en looproutes “vliegveldje”-gespeeld. Gebruinde, gerimpelde gezichten begeleiden het incheck-ritueel. “Ik denk dat die oudjes captain Stubbing nog persoonlijk gekend hebben, schat” probeer ik, terwijl ik triomfantelijk mijn camera pak om het tafereel vast te leggen. “Sorry Sir, due to security regulations…”. Ik mok. “Kom nou schat, je bent op vakantie. Vakantiegangers maken geen foto’s van incheckrituelen. Die maken kiekjes van het strandhuis van Mick Jagger op de Bahama’s, van bountystranden of van de haven van Barbados waar James Bond is opgenomen. Dat komt allemaal nog.”

Aan boord
Aan boord van de MSC Poesia staat een rij vriendelijke stewarts te wachten om zoekende gasten wegwijs te maken in het ogenschijnlijke doolhof. Brede gangen, gouden liften en lounges met kroonluchters en pianisten. De deur van de hut zwaait open en onze koffer staat er al. Op het bed ligt een schone handdoek, kunstig gevlochten als een zwaan.”Enjoy your cruise, Sir”. Beduusd neem ik de sleutelkaart in ontvangst. Nog net voor hij de hoek om is, herinner ik me het Indonesische woord voor dank je wel. “Terima kasih” roep ik hem na en hij antwoordt met een nog grotere glimlach en woorden die mijn pet te boven gaan. “Hoe wist je dat nu weer? “ vraagt Eva verbaasd. “Oh, de nationaliteit van elke medewerker staat op hun naamkaartje” antwoord ik achteloos, “Reisschrijvers vallen zulke details op. 1-1!”

Een rondje Europa in de Cariben
De komende tien dagen is dit ons thuis. We varen langs de Westelijke Cariben. Naar Puerto Rico, St. Kitts & Nevis, Barbados, Martinique, St. Maarten en de Bahama’s. Elk eiland kent zijn eigen sfeer en historie. We varen langs Europese geopolitiek, toen de Cariben nog West-Indië heetten. Ik oefen mijn Spaans op Puerto Rico. Bestel op St. Maarten een broodje van kootje bij restaurant “Air Lekkerbek” en bekijk de rode Britse telefooncellen, klokkentorens, koloniale uniformen en een mini-Westminster Abbey in het straatbeeld van St. Kitts en Barbados. Op Martinique ten slotte wandel ik via de Rue Francois Mitterand naar het fort waar de Franse tricolore nog steeds wappert. Verdwalen kun je daar trouwens niet. Een brede blauwe band op het trottoir wijst de weg van de cruiseterminal naar het centrum met een gezellige markt. De cruisewereld laat niets aan het toeval over.

Boeiende verhalen
“Where are you from?”. Deze standaard-begroeting van Amerikanen is vaak een opmaat om te vertellen over hun bezoeken aan Amsterdam. Wie kent nu eenmaal Deventer, onze woonplaats, of überhaupt een plek ten oosten van Utrecht. Met “I know Nijmegen” is mijn interesse dus gewekt. Op het terras vertelt John over voedseldroppingen die hij in zijn jonge jaren uitvoerde. Het zijn dezelfde voedseldroppingen waar mijn lang overleden opa over vertelde. Ik pijnig mijn hersenen. Hoe oud moet deze veteraan uit de 2e wereldoorlog inmiddels wel niet zijn? We praten geanimeerd verder. “Betrapt” lacht Eva: “was jij niet bang voor alleen maar saaie mensen op zo’n ‘varend bejaardentehuis’? Hoe zeg je dat trouwens in het Engels?”.
Ik loop terug naar mijn hut om mijn spullen weg te leggen. Het bed is weer keurig opgemaakt, mijn kleren liggen weer net iets netter dan hoe ik ze achter liet. Hut 11232 is als een thuis dat meereist. Ik heb deze reis geen dagelijkse inpakstress die mijn rondreizen karakteriseert, noch de kilte van de aankomst in een slaapplaats die de mijne nog niet is. “Zo’n vast en betaalbaar hotel is toch wel erg handig”, beken ik. De reisschrijver is op vakantie. Ik onderga het gemak van de service. Ik leef zonder klok. Ik hoef niets en alles kan (bijna) altijd. Mijn lief en ik hebben de strijdbijl begraven. “Weet je wat ik zo fijn vind? Die dwangmatige neiging overal en altijd reisaantekeningen te maken heb ik al een aantal dagen niet bij je gezien”.

Zomerdrankjes
Ik nip in mijn t-shirtje aan zomerdrankjes terwijl het feitelijk winter is. “Here is your Canadian Cooler, Sir“, Cranberry met amandel en ijs, mijn favoriet. Het is nu etenstijd en dus rustig op het zwembaddek. Amerikanen eten namelijk het liefst binnen, in de airco. Alleen een paar Europeanen nemen hun goed gevulde bord mee de zwoele avondlucht in. We hebben de sterrenhemel zo bijna voor ons alleen. “Fijn he?” “Jazeker”. Dan wijst ze naar het restaurant: “maar jij moet toch altijd bij de locals eten, mijnheer de reisschrijver?” De strijd laait aan de vooravond van vertrek weer op.

Terug
We vliegen terug, van 30 graden naar beneden het vriespunt. Een ijscoman in korte broek met kerstmuts maakt plaats voor de donkere decemberdagen. Cruisetravel hangt aan de telefoon, of we een artikel kunnen schrijven. “Tuurlijk” hoor ik mijn manager zeggen, “wat is de deadline?” en dan met onprofessionele openheid: “want zonder deadline komt er bij Gerard niets uit de pen, zucht”. Ik begin inwendig te gniffelen. “Hoe zo een artikel schrijven?“ Met mijn meest onschuldige glimlach kijk ik haar vervolgens aan: “Die cruise, lief, dat was toch een vakantie?”

Home